Het Nederlandse Supplement van

maart - april 2023

Opstanding van Christus – sleutel tot ons behoud

De dood en opstanding van Gods Zoon is de fundamentele stap in Gods plan om de mensheid te redden. Zijn offer geeft elk mens de mogelijkheid om zich te laten schoonwassen van zijn of haar zonden en de vriend te worden van zowel Jezus Christus als God de Vader. En niet alleen kunnen we de vrienden van God worden, we worden ook uitgenodigd om samen met Hen te leven als goddelijke leden van Gods familie! Dit is alléén mogelijk door de opstanding van Christus.

De opstanding van Christus is een sleutel tot ons behoud. Voordat Jezus werd gearresteerd in de Hof van Gethsémané, beloofde Hij: “Omdat Ik leef, zult ook u leven” (Johannes 14:19, Telosvertaling). Hij had Zijn discipelen al uitgelegd dat Hij zou gaan sterven, hetgeen Zijn onbegrijpelijke liefde voor de mensheid zou laten zien. Vervolgens zei Hij in Johannes 15:13: “Niemand heeft groter liefde dan deze, dat iemand zijn leven voor zijn vrienden aflegt.”

Maar hoewel de apostelen Jezus deze woorden hadden horen spreken, konden ze niet begrijpen wat er stond te gebeuren en waarom. Hun geliefde Rabbi stond op het punt een vreselijke dood te ondergaan om daarmee anderen van de eeuwige dood te bevrijden. Hij zou drie dagen en drie nachten begraven zijn en dan weer opstaan. Vanwege Zijn opstanding zouden ook zij, samen met eenieder die zich bekeert, gehoorzaam is en gelooft, worden opgewekt op een toekomstig moment. Iedereen zal uiteindelijk de kans krijgen om te kiezen voor de weg van
behoud om zodoende voor eeuwig in Gods Koninkrijk te leven!

Petrus verkondigt de opgestane Christus 

Toen de apostelen eenmaal bekeerd waren en de Heilige Geest hadden ontvangen, verkondigden ze aan de wereld dat de opstanding van Jezus Christus de hoeksteen van Zijn bediening was. “De apostelen legden met grote kracht getuigenis af van de opstanding van de Heere Jezus” (Handelingen 4:33). Ze waren zo vol vertrouwen in wat ze met hun eigen ogen hadden gezien (1 Korinthe 15:5), dat ze bereid waren om ervoor te sterven. Ze wisten dat dit de waarheid was. Ze kregen te maken met vernedering, mishandeling en later zelfs de dood omwille van de Naam van Christus. 

Handelingen 2 vertelt dat Petrus en de rest van de discipelen vervuld werden met de Heilige Geest 50 dagen na Jezus’ opstanding, op de Pinksterdag. Vanaf Handelingen 2:11 kunnen we Petrus’ eerste (bewaard gebleven) toespraak lezen, die hij op die dag gaf. Zijn boodschap draaide rond het leven, de dood en de opstanding van Jezus Christus. Jezus was de “Wonderdoener” die “aan het kruis gespijkerd en gedood” was (Handelingen 2:22-23). Maar toen benadrukte Petrus dat nog voordat Zijn lichaam aan ontbinding bloot had kunnen staan, God Hem weer tot leven wekte (Handelingen 2:24, 31-32).

Omdat Hij werd gekruisigd voor en om ons, is de enige juiste reactie voor ons dat we ons bekeren van onze zonden en ons laten dopen (Handelingen 2:38). God geeft vervolgens Zijn Heilige Geest aan berouwvolle gelovigen zodat zij “behouden (worden) uit dit verkeerde geslacht” (Handelingen 2:38-40).

In het volgende hoofdstuk is te lezen dat Petrus, samen met Johannes, door God werd gebruikt om een man te genezen die al vanaf zijn geboorte verlamd was. Petrus vroeg aan de menigte: “Waarom kijkt u ons zo doordringend aan, alsof wij door onze eigen kracht of godsvrucht hebben bewerkstelligd dat deze man nu loopt?” (Handelingen 3:12). Vervolgens legde hij uit dat het door geloof in Jezus’ Naam was dat de man weer sterk gemaakt is (Handelingen 3:16).

Toen Petrus en Johannes werden gearresteerd en voor de Joodse autoriteiten werden gebracht, werd hun gevraagd: “Door welke kracht of door welke naam hebt u dit gedaan?” (Han-delingen 4:7). Petrus antwoordde: “Laat het dan bij u allen en bij heel het volk Israël bekend zijn dat door de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, Die u gekruisigd hebt maar Die God uit de doden opgewekt heeft, dat door Hem deze man hier gezond voor u staat” (Handelingen 4:10; nadruk toegevoegd).

Opnieuw was de boodschap van Petrus dat het vanwege de kracht van de opgestane Christus was dat er wonderen werden gedaan. Keer op keer klonk in Petrus’ boodschappen door dat hij de opgestane Christus diende. In 1 Petrus 1:3 spreekt hij over onze “levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden”. En verderop voegt hij daaraan toe: “Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest” (1 Petrus 3:18).

Deze tijdloze boodschap over het leven, de dood en de opstanding van Jezus Christus is door Gods dienaren door de eeuwen heen uitgedragen. Aan deze boodschap ligt het onmiskenbare feit ten grondslag dat wij een levende Verlosser dienen, Jezus Christus.

Ook Paulus verkondigt de opgestane Christus

Paulus’ eerste toespraak die bewaard is gebleven, staat in Handelingen 13. Hij was eerst naar Cyprus gereisd, en daarna naar wat nu Zuidwest-Turkije is, waar hij de Sabbat vierde met zowel Joden als heidenen, door samen God te aanbidden in de synagoge. Nadat hij eerst kort de geschiedenis van de Hebreeën samenvatte, begon hij te spreken over de Verlosser van Israël, Jezus (Handelingen 13:23). Hij vertelde dat de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus Christus’ executie had goedgekeurd (Handelingen 13:28).

Vervolgens sprak Paulus de woorden die door het hele Nieuwe Testament heen herhaald worden: “Maar God heeft Hem uit de doden opgewekt” (Handelingen 13:30). Net als Petrus was ook Paulus gedreven om de gekruisigde en opgestane Christus te prediken. Deze boodschap bevatte een kracht die tot dan toe niet gerealiseerd was.

Jezus en Zijn apostelen verkondigden het Evangelie of goede nieuws van het Koninkrijk van God – de boodschap dat God door Zijn Messias of Christus een letterlijk Koninkrijk zou oprichten om over alle naties te regeren. Zoals de Bijbelse profeten eerder al hadden aangekondigd, zal Christus, wanneer Hij Zijn Koninkrijk zal oprichten, regeren vanuit Jeruzalem en zal de hele wereld eindelijk vrede kennen; de volken zullen de oorlog dan niet meer leren (Jesaja 2:4).

Apostel Paulus heeft zijn boodschap nimmer veranderd. De laatste woorden die we over hem lezen zijn: “Paulus (…) ontving allen die naar hem toe kwamen. Hij predikte het Koninkrijk van God en gaf onderwijs over de Heere Jezus Christus, met alle vrijmoedigheid” (Handelingen 28:30-31).

Paulus begon zijn brief aan de christenen in Rome door te zeggen dat hij was “afgezonderd tot het Evangelie van God” (Romeinen 1:1). Hij zei dat het Evangelie ging over Jezus Christus, Gods Zoon, “Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David. Wat de Geest van heiliging betreft, is Hij met kracht bewezen te zijn de Zoon van God, door Zijn opstanding uit de doden” (Romeinen 1:3-4).

Apostel Paulus legde daarmee uit dat zowel de dood als de opstanding van Jezus Christus essentieel zijn om Gods Evangelie te kunnen begrijpen. Hij stelde vervolgens: “Het Evangelie van Christus (…) is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek” (Romeinen 1:16).

Christus’ Evangelie overstijgt alle nationaliteiten. Zijn leven, dood en opstanding zijn essentieel voor iedereen; het is Gods kracht tot behoud – dat wil zeggen eeuwig leven in Gods komende Koninkrijk – voor iedere mens die gelooft. Zonder dit behoud zouden alle mensen veroordeeld zijn tot de tweede dood – de poel van vuur (Openbaring 21:8).

Paulus gaat in Romeinen 5:8-10 verder met zijn hoofdthema van het belang van Jezus’ opstanding: “God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn. Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij behouden worden door Zijn leven, omdat wij verzoend zijn.”

Dit is een heel belangrijk Schriftgedeelte. Paulus wil dat we weten dat hoewel Jezus’ dood cruciaal is voor onze rechtvaardiging voor God en onze verzoening met Hem (doordat we niet schuldig worden verklaard en in een juiste relatie met Hem worden geplaatst), die dood ons geen eeuwig leven geeft. We worden uiteindelijk behouden en opgewekt tot eeuwig leven door de levende Christus!

In Romeinen 8:34 zegt Paulus: “Wie is het die verdoemt? Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechter hand van God is, Die ook voor ons pleit.”

Uit “ja wat meer is” blijkt dat hoewel de geestelijke impact van Christus’ offerdood voor de mensheid immens is, Zijn opgestane leven die impact nog groter maakt, omdat Hij leeft om voor ons te pleiten als Hogepriesterlijke Middelaar.

Paulus maakt ook duidelijk dat christenen hun christelijke leven alleen leven doordat Christus in hen leeft door de Heilige Geest. Hij legt dit in Galaten 2:20 uit: “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.” Hier zien we hoe belangrijk het is dat Christus niet alleen voor ons gestorven is, maar ook opgestaan is zodat Hij in ons zou kunnen leven – door ons de kracht te geven om de zonde te weerstaan en Gods weg te blijven gaan.

Paulus in zijn brief aan Korinthe

Paulus schreef zijn eerste (bewaard gebleven) brief aan de gemeente te Korinthe om, in liefde, bepaalde dwaalleringen te corrigeren die in de gemeente speelden. Hij had voorheen 18 maanden bij hen doorgebracht toen hij deze gemeente stichtte en de leden de fundamentele principes van het christelijk geloof onderwees (zie Handelingen 18:11).

Vanwege zijn instructies in deze brief met betrekking tot de viering van Bijbelse feesten moet deze brief gedateerd worden in het voorjaar. In 1 Korinthe 5:7-8 worden we aangespoord om het Pascha en het Feest van de Ongezuurde Broden te vieren met een juiste geestelijke focus – deze beide Feesten vallen in het vroege voorjaar. Paulus geeft verdere richtlijnen in hoofdstuk 11 ten aanzien van de juiste houding die christenen dienen te hebben als ze deelnemen aan het nieuwtestamentische Pascha (die ook wij nu moeten hebben).

Merk in dit verband op dat deze brief, die meer dan 2 decennia ná Christus’ dood en opstanding is geschreven, geen enkele verwijzing bevat naar de viering van Paaszondag. Het populaire Pasen is namelijk niet geworteld in het ware christendom, maar heeft heidense wortels (voor meer informatie hierover kunt u onze gratis brochure “‘Christelijke’ feestdagen of Gods heilige dagen” aanvragen of downloaden van onze website).

Niet opgewekt op een vroege zondagochtend

Bovendien werd Jezus niet opgewekt op een vroege zondagmorgen, zoals de meeste mensen geloven. Bewezen kan namelijk worden dat Hij op zaterdag weer tot leven is gekomen en uit het graf is opgestaan, tegen het einde van de wekelijkse Sabbat bij zonsondergang, na drie dagen en drie nachten, zoals Hij heeft beloofd in Mattheus 12:40 (zie hierover o.a. onze Beyond Today video “Drie dagen en drie nachten”, welke te vinden is op onze website en op ons YouTube-kanaal). De waarheid is dat de vroege Kerk het Pascha en de Dagen van de Ongezuurde Broden vierden in een nieuwtestamentische context, en dat ze nooit Pasen hebben gevierd.

In deze brief schreef Paulus ook over het cruciale belang van Christus’ opstanding. Er waren in die gemeente valse leraars die de realiteit van de opstanding ontkenden (zie 1 Korinthe 15:12).

Hij legde hen allereerst uit dat Jezus voor hun zonden was gestorven en op de derde dag was opgestaan volgens de Schriften (1 Korinthe 15:3-4), en dat Jezus niet alleen was gezien door Kefas (Petrus) en de andere apostelen, maar ook door meer dan 500 anderen (1 Korinthe 15:5-7). Hij noemt dit grote aantal ooggetuigen om te laten zien dat er geen enkele sprake was van een mogelijk bedrog. Dit waren allemaal betrouwbare getuigen die wisten dat ze Jezus na Zijn opstanding hadden gezien. Paulus benadrukt vervolgens dat hij zélf ook de opgestane Christus heeft gezien (1 Korinthe 15:8).

Vervolgens ging hij in op de dwaalleer die sommigen verspreidden – dat er geen echte opstanding uit de doden bestaat. Hij onderbouwde zijn weerlegging daarvan met het feit dat Christus’ letterlijke opstanding een voorloper is van de toekomstige opstanding van alle gelovigen. Hij zei dat als Christus niet was opgestaan, zijn prediking en hun geloof zinloos waren (1 Korinthe 15:14).

Bovendien zei Paulus dat als Christus niet was opgestaan, hij en de andere dienaren valse getuigen waren en dat het christelijke geloof zinloos is, omdat ieder van ons dan nog in zijn of haar zonden is (1 Korinthe 15:14, 17). Want het is doordat Christus in ons leeft, dat we de kracht ontvangen om te leven in gehoorzaamheid aan God. En als Christus niet is opgestaan, zo stelt Paulus, dan waren degenen die in Christus gestorven waren, verloren, zonder hoop dat zij nog ooit weer zouden opstaan. En als we alleen voor dit leven hoop hebben, dan zij wij van alle mensen het meest te beklagen (1 Korinthe 15:18-19).

Paulus verklaart vervolgens nadrukkelijk dat Christus is opgestaan uit de dood en de Eersteling is geworden van allen die gestorven zijn (1 Korinthe 15:20). Hij is het Begin van Gods geestelijke oogst van mensen. Hij legt uit dat de eerste Adam, de vader van de afvallige mensheid, de dood voortbracht, maar dat de laatste Adam – Jezus Christus als het begin van een vernieuwd menselijk ras – het leven heeft gebracht.

De rest van dit lange hoofdstuk besteedt Paulus aan de opstanding uit de dood. Hij maakt boven alles duidelijk dat Christus’ opstanding de garantie is voor onze opstanding.

Het Koninkrijk van God is voor opgestane gelovigen

De sleutel tot het Koninkrijk van God dat beloofd is in de Evangelieboodschap, is de opstanding van Jezus Christus. Als Christus niet was opgestaan, zou er geen Koninkrijk van God komen. Dan zou er geen Messiaanse Koning van dat Koninkrijk zijn – en geen opgestane volgelingen van Hem om te dienen als koningen en priesters samen met Hem.

Sommigen denken dat de boodschap van het Koninkrijk van God voornamelijk gaat over het ervaren van God in onze levens nu. Maar wat zou dat voor zin hebben zonder een toekomstige, letterlijke opstanding en toekomstig heersend Koninkrijk? Dan zouden we, om met Paulus te spreken, de meest beklagenswaardige van alle mensen zijn.

Weliswaar kunnen we nu al een voorproefje ervaren van het Koninkrijk van God door persoonlijk te leven naar Gods Woord, maar Paulus kondigt aan dat het Koninkrijk uiteindelijk nog moet komen en dat het beërven hiervan een opstanding of een verandering tot onsterfelijkheid vereist:

“Maar dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk van God niet kunnen beërven, en de vergankelijkheid beërft de onvergankelijkheid niet. Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen [=sterven], maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden”.


“Want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden. En wanneer dit vergankelijke zich met onvergankelijkheid bekleed zal hebben, en dit sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleed zal hebben, dan zal het woord geschieden dat geschreven staat: De dood is verslonden tot overwinning” (1 Korinthe 15:50-54).

Overwinning door de opgestane Christus

Het is God Die ons de overwinning geeft door de opgestane Christus (1 Korinthe 15:57). Ons eeuwig leven is mogelijk gemaakt door Degene Die heeft gezegd dat Hij “de Opstanding en het Leven” is (Johannes 11:25). Zijn leven, bediening, dood en opstanding hebben eeuwig leven mogelijk gemaakt voor de mensheid! Wij zijn verzoend met God door Jezus’ dood, maar behouden door Zijn leven – doordat Hij in ons leeft om ons te leiden en voor ons te bemiddelen als onze Hogepriester.

Jezus zal terugkeren om te regeren als Koning onder God de Vader. In het komende Koninkrijk van God zullen de opgestane Messias en Zijn opgestane volgelingen de rest van de mensheid, degenen die welwillend zijn, leiden tot bekering zodat ook zij uiteindelijk dezelfde verandering tot onsterfelijkheid zullen ondergaan. Laten we nooit het ontzagwekkende belang van Jezus’ dood én opstanding vergeten!

Dit artikel is een vertaling van een eerder verschenen artikel in Good News magazine maart-april 2015.

© Verenigde Kerk van God, Postbus 93, 2800 AB Gouda. Tel: 06-29601189. info@verenigdekerkvangod.org – www.verenigdekerkvangod.org.

Financieel steunen? Rekeningnummer NL43ABNA0538360747 of NL72INGB0003561825 t.n.v. Verenigde Kerk van God te Gouda. “ANBI geregistreerd”.

Het Nederlandse Supplement van Beyond Today

Een gratis exemplaar aanvragen
Vul hieronder uw gegevens in en wij sturen u een gedrukt exemplaar van onze gratis brochure, ‘Opstanding van Christus – sleutel tot ons behoud’.
Abonneer u gratis op Beyond Today!

Vul hieronder uw gegevens in voor een abonnement op onze gratis gedrukte editie van het tweemaandelijkse tijdschrift Beyond Today.

Alle Artikelen

Cookiebeleid

Deze website gebruikt cookies om informatie op uw computer op te slaan. Sommige van deze cookies zijn essentieel om onze site te laten werken en andere helpen ons te verbeteren door ons inzicht te geven in hoe de site wordt gebruikt.

Door onze site te gebruiken aanvaardt u de voorwaarden van ons Privacybeleid.

Ledenruimte

Dit is een besloten gedeelte voor leden en vrienden van de Verenigde kerk van God