Het Nederlandse Supplement van

januari/februari 2018

Het licht van de wereld

Een artikel over “het licht” is in deze donkere wintermaanden wel toepasselijk. In de Bijbel is (het) licht een belangrijk onderwerp. Bekende Bijbelse termen zijn bijvoorbeeld “Christus is het Licht”, “wandelen in het licht” en “het licht in ons”. Daar het licht een aspect is van het christen-zijn, is het goed om eens stil te staan bij de betekenis en de aspecten van het zijn van “het licht van de wereld”

Bij de uitdrukking “het licht in ons” zijn er waarschijnlijk enkele Bijbelverzen waar u direct aan denkt, zoals Mattheüs 5:14-16: “U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.

De te behandelen vraag in dit artikel is: “Wat betekent het om het licht van de wereld te zijn en ons licht zó te laten schijnen?”

God is de Bron van het licht

Het licht is niet enkel een thema in het Nieuwe Testament; ook in het Oude Testament staat veel in het teken van licht. Dat begint al direct in het begin. Het eerste dat in de schepping zichtbaar wordt, is het licht. Genesis 1:3-4: “En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. En God zag het licht dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis.”

Interessant om te zien is dat God het licht goed noemt. Hij zegt dat niet over de duisternis. Het licht is er en het is goed en God maakt scheiding tussen het licht en de duisternis. Wellicht is hier meer aan de hand dan enkel de scheiding van het fysieke licht en de duisternis, en zegt deze uitspraak veel meer over de Schepper God, namelijk dat Hij de bron van het licht is.

We zien onder andere in de Psalmen dat God de bron van het licht is, zoals in Psalm 43:3: “Zend Uw licht en Uw waarheid; laten die mij leiden” en natuurlijk in de bekende Psalm 119:105: “Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.” Het licht is Gods Woord, en dat hebben wij nodig in een donkere en gevaarlijke wereld om ons pad te verlichten en om ons te leiden.

Jesaja spreekt over de Messias, wanneer hij profeteert in Jesaja 42:6-7: “Ík, de HEERE, heb U geroepen in gerechtigheid, Ik zal U bij Uw hand grijpen, Ik zal U beschermen en Ik zal U stellen tot een verbond voor het volk, tot een licht voor de heidenvolken, om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis zitten.

Vervolgend in vers 16: “En Ik zal blinden leiden langs een weg die zij niet gekend hebben, Ik zal hen doen gaan op paden die zij niet gekend hebben. Ik zal vóór hen de duisternis veranderen in licht en wat krom is in wat recht is. Deze dingen zal Ik voor hen doen, Ik zal hen niet verlaten.

Dus er is een ander element van de Bron van het licht: God zegt namelijk dat Hij voor blinden op hun pad de duisternis zal veranderen in licht. “Blinden” is natuurlijk beeldspraak voor mensen die Gods weg niet kennen; zij worden uit deze duisternis (beeldspraak voor deze wereld) geroepen. “Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde”  (Kolossenzen 1:13, zie ook vers 12).

Deze aspecten van het licht komen ook terug in Johannes 1:4, 5, 9: “In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen (…) Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht.”

Jezus zegt over Zichzelf: “Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben” (Johannes 8:12). En ook: “Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het Licht der wereld” (9:5), en: “Ik ben een licht, in de wereld gekomen opdat ieder die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijft

(12:46).

Johannes spreekt in zijn evangelie veel over het licht, maar we zien dat ook in de andere evangeliën, bijvoorbeeld Mattheüs 4:16: “Het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en voor hen die zaten in het land en de schaduw van de dood, is een licht opgegaan.” Dit is een vervulling van de profetie van Jesaja 9:1. Lukas 2:32 is ook een vervulling van een van de profetieën van Jesaja en deze werd uitgesproken door Simeon: “Een licht om de heidenen te verlichten en om Uw volk Israël te verheerlijken.”

Het ontoegankelijk licht

Een ander hieraan gekoppeld aspect van het licht is het verband met onsterfelijkheid in Gods Koninkrijk.

Niemand kan God zien in Zijn ware glorie en dit overleven. Paulus verwoordt het als volgt in 1 Timotheüs 6:16: “Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht.

We komen dit ook tegen bij het nieuwe Jeruzalem: “En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp. En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin” (Openbaring 21:23-24). Vervolgens in 22:5: “En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid.”

Aan het licht brengen

Een ander onderdeel van het licht is dat alle dingen, inclusief de werken die in de duisternis verborgen zijn, aan het licht zullen worden gebracht in het Koninkrijk. Dit staat bijvoorbeeld in 1 Korinthe 4:5: “Oordeel daarom niets vóór de tijd, totdat de Heere komt. Hij zal ook wat in de duisternis verborgen is aan het licht brengen, en de voornemens van het hart openbaar maken. En dan zal ieder van God lof ontvangen.”

Ook Johannes spreekt over tot het licht komen en het openbaar worden van de werken: “En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liefgehad, meer dan het licht, want hun werken waren slecht. Want ieder die kwaad doet, haat het licht en komt niet tot het licht, opdat zijn werken niet ontmaskerd worden. Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat ze in God gedaan zijn” (Johannes 3:19-21).

Andere verzen over dit aspect zijn bijvoorbeeld 2 Timotheüs 1:10 en Efeze 5:13. “Aan het licht brengen” is dus een Bijbelse uitdrukking die meer in zich heeft dan u wellicht in eerste instantie zou denken!

Wandelen in het licht

Nog een ander aspect van het licht in de Bijbel is het wandelen in het licht. Dit aspect staat in de Bijbel als een instructie. Jesaja roept bijvoorbeeld uit: “Huis van Jakob, kom, laten wij wandelen in het licht van de HEERE” (Jesaja 2:5), sprekend over de toekomstige heerlijkheid van Jeruzalem.

Dat het licht staat voor Gods geboden en dat het leven voor ieder is, komt goed naar voren in Spreuken 4:4:Laat je hart mijn woorden vasthouden: neem mijn geboden in acht en leef.” En vervolgens in vers 13-14: “Houd vast aan de vermaning, laat niet los, neem haar in acht, want zij is je leven. Kom niet op het pad van goddelozen, en begeef je niet op de weg van kwaaddoeners.” En vers 18 zegt: “Maar het pad van rechtvaardigen is als een schijnend licht, dat gaandeweg helderder gaat schijnen tot het volledig dag is geworden.”

Miljoenen wandelen in geestelijke duisternis maar beseffen dat niet, zoals vers 19 aangeeft: “De weg van goddelozen is als de donkerheid. Zij weten niet waarover zij struikelen zullen.”
Velen halen tijdelijk plezier uit seks, drugs, macht, geweld of andere zaken, die een uiting zijn van onze “graaicultuur”, die de weg van het nemen is en niet van het geven. Maar het zijn niet altijd deze grote dingen, die maken dat we op het pad van de duisternis lopen. Het zijn vaker de kleine, verborgen zaken, zoals bedrog, liegen, roddel of kwaadsprekerij. In vers 16 lezen we dat het een  vicieuze cirkel is: Zij slapen immers niet als zij geen kwaad hebben gedaan, zij worden van hun slaap beroofd als zij niet iemand hebben laten struikelen.”

Maar wandelen in het licht is ons leven, ons eeuwige leven! God wil dat we in Zijn licht wandelen en leven, want Zijn woorden “zijn immers leven voor wie ze vinden, en genezing voor heel hun vlees. Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven” (verzen 22 en 23).

Ditzelfde principe wordt door Paulus uitgelegd. Hij schreef in 1 Thessalonicenzen 5:1-8 over het feit dat velen geen idee zullen hebben dat ze in de donkere eindtijd leven. “Maar wat de tijden en de gelegenheden betreft, broeders, is het voor u niet nodig dat men u schrijft. Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heere komt als een dief in de nacht. Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten.

Maar u, broeders, bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen. U bent allen kinderen van het licht en kinderen van de dag. Wij zijn niet van de nacht en ook niet van de duisternis. Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn. Want zij die slapen, slapen ‘s nachts en zij die dronken zijn, zijn ‘s nachts dronken. Maar laten wij, die van de dag zijn, nuchter zijn, bekleed met het borstharnas van geloof en liefde, en met de hoop op de zaligheid als helm.”

Laten we dus wandelen in het licht van de Heere en waakzaam en nuchter zijn, bekleed met geloof, hoop en liefde, zoals Paulus aangeeft. God heeft ons niet bestemd tot toorn (vers 9), maar tot het verkrijgen van zaligheid door Jezus Christus. Paulus eindigt in vers 11 met: “Bemoedig elkaar daarom, en bouw de één de ander op, zoals u trouwens al doet.”

In Efeze 5:8 staat: “Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht.” Anders gezegd: Als we wandelen in het licht, zijn we kinderen van het licht. Als we genoeg olie (symbool voor de Heilige Geest) meenemen, dan kunnen we het lichtend pad helemaal volgen tot aan het huis van de Bruidegom (vergelijk dit met de parabel van de 10 maagden in Mattheüs 25). Als we wandelen in het licht en voldoende olie bij ons hebben, zullen we niet struikelen.

Maar wat betekent het nu praktisch om te wandelen in het licht? Johannes geeft een indicatie in 1 Johannes 1:5-7: “En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is. Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet. Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.”

Dus in het licht wandelen is gemeenschap hebben met God (1 Johannes 2:5: Gods Woord in acht nemen!) én met elkaar, en dan reinigt het bloed van Jezus ons van alle zonde.

Paulus voegt er nog een element aan toe in 2 Korinthe 4:6: “Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.” Het licht geeft ons kennis van de heerlijkheid van God door Jezus Christus.

Waarom is wandelen in het licht nog meer een belangrijke instructie voor ons? Wij zijn Gods tempel (1 Korinthe 3:16) en dus moet het licht ons hart verlichten; het Woord van God moet rijkelijk in ons leven, zegt Paulus in Kolossenzen 3:16-17: “Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart. En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem.”

Wij moeten weten wat er in de Bijbel staat, maar dat alleen is niet voldoende. We moeten Gods Woord ook verstaan en het moet bij ons leiden tot actie, we moeten het omzetten in daden. Het wandelen in het licht van de Heere (Jesaja 2:5) heeft dus verschillende elementen in zich. Het betekent dat Zijn Woord in rijke mate in ons woont, dat wij Zijn Woord bestuderen en elkaar daarin blijvend onderwijzen.

Het betekent ook dat we elkaar aanmoedigen of elkaar in liefde terechtwijzen, wanneer dat nodig is. Het betekent dat we God psalmzingen, lof toezingen, dat we geestelijke liederen blijven zingen met dank in ons hart omdat we in het licht mogen wandelen, omdat we Zijn Geest in ons mogen hebben en dat Hij zo in ons woont. Het betekent danken voor de kennis van de heerlijkheid en de genade die ons gegeven is en zal worden.

Om in het licht te wandelen moeten wij Gods patroon voor ons leven volgen. Het licht volgt ons niet, wij moeten het licht volgen! In het licht moeten wij wandelen en de duisternis vermijden. Maar er is meer:

Licht laten schijnen

Een ander aspect van het licht, dat hier automatisch uit volgt, is dat we het licht in ons moeten laten schijnen. Dit is een ander belangrijk thema in de Bijbel. Aan het begin van dit artikel haalden we aan dat we “het licht van de wereld” dienen te zijn (Mattheus 5:14). Dat licht mag niet verborgen zijn.

Wij dienen “het licht zo te laten schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken,” zegt Jezus in vers 16. Zoals gezegd komt dat licht niet van onszelf. Het licht komt van God, dat is Zijn Woord, dat wij enkel kunnen begrijpen en navolgen via de Heilige Geest; wij – als volgelingen van Jezus Christus – dienen continu de keuze te maken om te (blijven) wandelen in dit licht.

In Galaten 4:19 staat dat Christus gestalte in ons moet krijgen. Dat kan enkel als we door de heilige Geest geleid in het licht wandelen en zodoende een licht voor de wereld kunnen zijn.

Ook Paulus herhaalt deze instructie in Filippenzen 2:14-16: “Doe alle dingen zonder morren en meningsverschillen, opdat u onberispelijk en oprecht zult zijn, kinderen van God, smetteloos te midden van een verkeerd en ontaard geslacht, waaronder u schijnt als lichten in de wereld, door vast te houden aan het Woord van het leven.” Dit heeft een directe relatie met wat we gelezen hebben in Spreuken 4, namelijk dat we moeten vasthouden aan Gods geboden, die het Woord van het leven zijn.

Petrus zegt het in 1 Petrus 2:12 als volgt: “Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.” Doordat we tot Zijn licht zijn geroepen en daar gehoor aan hebben gegeven en wandelen in Zijn licht, kunnen we ook ons licht laten schijnen.

Hoe? Door een voorbeeld te zijn voor de heidenen, degenen die God niet kennen, zie vers 12: “Houd uw levenswandel onder de heidenen goed; opdat zij die nu van u kwaadspreken als van kwaaddoeners, door de goede werken die zij in u waarnemen, God verheerlijken mogen op de dag dat er naar hen omgezien wordt.” Paulus en Barnabas zeggen hetzelfde in Handelingen 13:47.

De Bijbel geeft op een paar plaatsen een belangrijke waarschuwing dat we ons licht niet mogen laten verontreinigen. Mattheüs 6:22-23: “De lamp van het lichaam is het oog; als dan uw oog oprecht is, zal heel uw lichaam verlicht zijn; maar als uw oog kwaadaardig is, zal heel uw lichaam duister zijn. Als het licht dat in u is, duisternis is, hoe groot is dan de duisternis zelf!” Aan deze verzen wordt in Lukas nog toegevoegd:” Zie er dus op toe, dat het licht dat in u is, geen duisternis is” (Lukas 11:35).

Dit is een belangrijke waarschuwing voor ons, als kinderen van het licht!

Hoe laten we ons licht schijnen?

Het is goed om ons te realiseren dat licht verschillende sterktes kan hebben. Het licht dat wij schijnen, dient de ander niet te verblinden. We dienen zó te leren schijnen, dat ons licht onze naaste kan vergezellen, bijstaan, ondersteunen. Misschien is op een donker pad een zaklamp beter dan een fel stadionlicht? Een belangrijk aspect in deze tijd voor de gemeente en ons persoonlijk is dat we vooral een veilig licht moeten zijn.

Gods Kerk moet voor de wereld zijn als een veilige lichtstad op een berg (Mattheüs 5:14). In onze kille, zakelijke, facebook gedreven maatschappij met toenemende tegenstellingen en meer en meer mensen die aan psychische aandoeningen leiden, is er vooral gebrek aan persoonlijke aandacht, een zuivere en liefdevolle pastorale benadering, warmte, medeleven, geborgenheid.

Wij geven onze naasten in ons gezin en in de gemeente houvast, zekerheid, bescherming, warmte en verzorging. Maar hoe staat het naar buiten toe? Hoe staat het in onze contacten met onze naasten? Wie is eigenlijk onze naaste? Denk aan het zeer duidelijke verhaal van Jezus over de barmhartige Samaritaan. Onze naaste is ieder die we op ons pad aantreffen en voor wie we in de gelegenheid zijn direct hulp te bieden als dat dringend nodig is.

Als we Jezus volgen en in het licht van God de Vader wandelen, stralen we dat dan ook uit? Stralen we uit dat we een lichtstad op de berg zijn, dat we het zout der aarde en het licht der wereld zijn voor anderen?

Laten we onszelf aansporen opdat de ander bij ons veiligheid en acceptatie mag ervaren. Wees gastvrij en bied een veilige thuishaven voor een ander. Wees liefdevol en behulpzaam, zodat de Vader verheerlijkt wordt.

Laat je ‘dabar’ zien!

Jezus was niet enkel een man van het Woord. Hij wordt ook vooral gekenmerkt door Zijn daden, Zijn daadkracht. Het Hebreeuwse woord ‘dabar’ betekent niet alleen het ‘woord’, maar vaak wordt het ook met ‘daad’ of ‘actie’ vertaald. Wat is onze ‘dabar’? Hiermee wordt bedoeld: wat gaat er van je uit en wat laat je daardoor van jezelf zien? Laat je ‘dabar’ (jouw ‘woord en daad’) zien!

Hoe werkt dat uit in de praktijk?

Laat Jezus zien aan de mensen. Laat Hem zien zoals Hij zich bekendmaakt in Mattheüs 11:28-30: “Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.”

Zijn juk is Zijn leer, Zijn Woord, Zijn geboden en instructies, waardoor we worden opgetild uit de vermoeidheid en belasting, en waardoor we innerlijke rust ontvangen. Als je dat zelf hebt ervaren, geef dat dan aan anderen door, straal het uit en maak dat je een voorbeeld voor anderen kunt zijn. Laat zien hoeveel rust (vrede) we mogen ervaren door het houden van Zijn geboden.

Er schuilt hierin wel een gevaar dat we dienen te onderkennen.

Alles wat we doen komt namelijk van God. “Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen” (Efeze 2:10; zie ook het eerder aangehaalde Johannes 3:21). Het komt dus NIET voort uit onze eigen kracht of onze eigen gezindheid of onze eigen liefde. De valkuil is dat “goed werk doen” ons eigen ego voedt.

We moeten hierin dus een houding hebben die geheel tegengesteld is aan de houding die heerst in onze maatschappij. We behoren duidelijk te laten zien dat alles wat we doen, ‘ons’ licht, niet van onszelf is, maar van God afkomstig is. Hij dient te worden verheerlijkt, niet wijzelf.

We moeten bekleed zijn met de geestelijke gezindheid van Jezus. Kolossenzen 3:12-15: “Kleedt u zich dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld. Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen. En kleedt u zich boven alles met de liefde, die de band van de volmaaktheid is. En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar.” Zie ook Filippenzen 2:5-8.

Dus samenvattend: God is Licht, Hij is de Bron van het licht. Door de genade van God kunnen en dienen wij in dit licht te wandelen en zodoende een licht te zijn voor de wereld. Dat licht in ons is niet van onszelf, daar moeten we ons ten zeerste van bewust zijn en ons niet beroemen op de gaven die we hebben of de goede werken die we doen of de rust die we hebben ontvangen. Alles wat we hebben ontvangen is uit genade en liefde. Alles wat we doen, dient te zijn tot glorie van God de Vader. Laten we wandelen in het Licht van de Heere en zó een licht zijn tot eer van Hem!

Bekijk ook onze videos met ondertiteling,

© Verenigde Kerk van God, Postbus 93, 2800 AB Gouda. Tel: 06-29601189. info@verenigdekerkvangod.org – www.verenigdekerkvangod.org.

Financieel steunen? Rekeningnummer NL43ABNA0538360747 of NL72INGB0003561825 t.n.v. Verenigde Kerk van God te Gouda. “ANBI geregistreerd”.

Het Nederlandse Supplement van Beyond Today

© Verenigde Kerk van God, Postbus 93, 2800 AB Gouda. Tel: 06-29601189. info@verenigdekerkvangod.org – www.verenigdekerkvangod.org.

Financieel steunen? Rekeningnummer NL43ABNA0538360747 of NL72INGB0003561825 t.n.v. Verenigde Kerk van God te Gouda. “ANBI geregistreerd”.

Het Nederlandse Supplement van Beyond Today

Een gratis exemplaar aanvragen
Vul hieronder uw gegevens in en wij sturen u een gedrukt exemplaar van onze gratis brochure, ‘Het licht van de wereld’.
Abonneer u gratis op Beyond Today!

Vul hieronder uw gegevens in voor een abonnement op onze gratis gedrukte editie van het tweemaandelijkse tijdschrift Beyond Today.

Alle Artikelen

Cookiebeleid

Deze website gebruikt cookies om informatie op uw computer op te slaan. Sommige van deze cookies zijn essentieel om onze site te laten werken en andere helpen ons te verbeteren door ons inzicht te geven in hoe de site wordt gebruikt.

Door onze site te gebruiken aanvaardt u de voorwaarden van ons Privacybeleid.

Ledenruimte

Dit is een besloten gedeelte voor leden en vrienden van de Verenigde kerk van God