Het Nederlandse Supplement van

juli/augustus 2014

Profetie—de manifestatie van de Heilige Geest

De Bijbel bestaat voor een groot deel uit profetie. We kennen allemaal wel de bekende namen van profeten uit het Oude Testament. Maar hoe zit het met de profeten uit het Nieuwe Testament? Wat zegt de Bijbel nu eigenlijk over profeteren en wat is de definitie van een profeet? Dit artikel geeft daar enkele antwoorden op.

Toen de discipelen op de Pinksterdag na Jezus’ hemelvaart bij elkaar waren in Jeruzalem, waren zij in verwachting van de belofte van de Trooster, de heilige Geest. In Handelingen 2 wordt beschreven hoe de heilige Geest met een geluid als van een geweldige windvlaag het huis vulde en als vurige tongen op hen zat.
Door de heilige Geest werden de discipelen bekrachtigd en toegerust voor hun opdracht het evangelie in de wereld te verkondigen en die toerusting bleek essentieel te zijn
om dit werk te kunnen doen. Dat is al gelijk te zien in de preek die Petrus die dag gaf. Toen de heilige Geest op die Pinksterdag met donderend geweld op de discipelen
werd uitgestort, wist Petrus dat dit de vervulling was van de profetie van Joël (zie Handelingen 2:16-17).
Gebaseerd op deze profetie is profetie een betekenisvolle manifestatie van Gods Geest in christenen in de eindtijd.

Wat is profeteren?
Het Nieuwe Testament (NT) geeft aan dat de Schriften door God via Zijn heilige Geest zijn ingegeven: 2 Timotheüs 3:16: “Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid.” 2 Petrus 1:20-21: Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; 21 want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.” Deze twee verzen bevatten belangrijke uitgangspunten t.a.v. de Bijbel en profetie in het bijzonder:

1. Door God ingegeven via heilige mensen van God, gedreven door Zijn Geest;
2. Geen eigenmachtige uitleg is toegelaten;
3. Doel is: te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in rechtvaardigheid.

Dit past in het beeld van profeten, zoals dat wordt getoond in het Oude Testament (OT). Aan de profeten werd namelijk advies gevraagd in allerlei omstandigheden van het
dagelijks leven. Dat is te zien in 2 Koningen 8:8 waar over Elisa wordt gezegd: “Ga de man Gods tegemoet en raadpleeg de HEERE door hem …”
Profetie is dus niet een gave die verklaard kan worden als een natuurlijke bekwaamheid van de profeet zelf.

De profeet wordt geen tolk van God door een soort natuurlijke gave om visioenen te zien of te kunnen voorspellen. Het is door Goddelijke mededeling. De Heere werd geraadpleegd via de profeet. Zie daarvoor ook Amos 3:7.

Het raadplegen kan ook worden gezien in 1 Samuel 9 en 10 waar het verhaal staat opgetekend van Saul, die op zijn zoektocht naar weggelopen ezelinnen bij de profeet Samuel komt. Ook van Samuel wordt gezegd (9:6): “…Misschien zal hij ons onze weg wijzen, die wij moeten gaan.”
De profeet werd geraadpleegd. Samuel giet olie over Sauls hoofd en zalft hem daarmee tot koning. In vers 5 geeft de profeet hem de boodschap mee dat hij later een groep profeten zal tegenkomen en “zij hebben luiten, tamboerijnen, fluiten en harpen bij zich, en zijn aan het profeteren. Dan zal de Geest van de HEERE over u vaardig worden en u zult samen met hen profeteren; u zult in een ander mens veranderd worden.”

Dit gebeurt dan ook en mensen zeggen: “Is Saul ook onder de profeten?” (vers 11). De Herziene Statenvertaling geeft het gedrag van Saul aan als profeteren, maar de meeste moderne vertalingen hebben het over “in vervoering raken”.

De Good News Bible zegt zelfs in vers 10: “And he joined in their ecstatic dancing and shouting.” Is “in vervoering raken” dan een synoniem voor profeteren? Er lijkt een relatie te zijn tussen profeteren en in een ander mens veranderd worden. Wat betekent dit? De Bijbel geeft inderdaad aan dat het profeteren vaak gepaard gaat met een bepaald – laten we zeggen – uitbundig gedrag.

Is dit het soort van profeteren waarvan bij Saul sprake is? De profeten die hij tegenkwam, hadden muziekinstrumenten bij zich én ze waren aan het profeteren.
Het Hebreeuwse woord voor profeteren is naba en dat wordt in de Statenvertaling eigenlijk altijd vertaald als profeteren. Maar de NBG-vertaling vertaalt het in ca. 10% van de gevallen met “in vervoering raken”. Is “in vervoering raken” ook wat er gebeurde met de grote mannen uit het OT, zoals Jesaja, Jeremia, Ezechiël of Daniël?

In Jeremia 19:14 wordt gezegd dat Jeremia in de voorhof van het huis van de Heere stond en “hij zei tegen heel het volk …” etc. Hier wordt hetzelfde woord naba gehanteerd en hier en op andere plaatsen ligt meer de nadruk op het verkondigen of proclameren van Gods Woord, Zijn Wil, Zijn voorspelling van de toekomst, van daden of gebeurtenissen. De Good News Bible vertaalt naba hier dan ook terecht als “to proclaim”.

Interessant is hoe de grote profeten als Jesaja, Jeremia en Ezechiël door God werden geroepen. Alle drie met een visioen en in alle drie de gevallen werd de mond of de lippen beroerd. Jesaja met een Seraf die met een gloeiende kool zijn lippen aanraakte, Jeremia’s mond werd door de Heere aangeraakt en Ezechiël met de boekrol.

Gods Geest geeft Zijn Woord door in de vorm van een visioen, zoals bij deze mannen, of door droomuitleg, zoals in het geval van Daniël en Jozef. Profetie, het verkondigen van Gods wil, kan ook ondersteund worden door het doen van wonderen in de naam van God, zoals bijvoorbeeld in het geval van Elia en Mozes.

Verder is het goed om te realiseren dat er een nauwe samenwerking is tussen Gods Geest en de menselijke geest van een profeet. De profeet is niet een soort medium, wiens geest even geparkeerd wordt zodat God dan door de mond van de profeet praat. God neemt niet tijdelijk de geest van de profeet over. Dit blijkt ook uit de woorden van de farao in reactie op de verklaring van zijn dromen door Jozef. Zie Genesis 41:38-39. In andere woorden zegt Farao hier: “U bent wijs doordat Gods Geest in u is. God heeft het de profeet bekend gemaakt en de profeet brengt deze woorden.” Maar profetie lijkt dus niet alleen of uitsluitend te bestaan uit het voorspellen of proclameren. Een profeet kan worden geraadpleegd en daarbij is er dat element van “in vervoering raken”. Er is ook nog een relatie tussen profetie en aanbidding. Zie bijvoorbeeld de mooie laatste woorden van David in 2 Samuel 23:1-2.

Zowel Mirjam als Deborah worden profetessen genoemd en zij uitten dat in liederen en door te zingen. In Exodus 15:20-21 staat: “Mirjam, de profetes, de zuster van Aäron, nam een tamboerijn in haar hand, en al de vrouwen gingen achter haar aan, met tamboerijnen en in reidans. Toen zong Mirjam hun ten antwoord: Zing voor de HEERE, want Hij is hoogverheven! Het paard en zijn ruiter heeft Hij in de zee geworpen.”

Mirjam kijkt hier als profetes naar wat er gebeurd is en hoe God dit voor het volk heeft gedaan. Hij is degene, die Israël heeft bevrijd, en zij brengt het precies onder woorden. Het is geen droge theoretische interpretatie, maar één die de vrouwen om haar heen raakt en in beweging brengt, zodat ze samen gaan dansen. Ze verkondigt in woord én dans.

Deborah is profetes én richter van Israël, zoals is aangegeven in Richteren 4:4. Deborah roept Barak op om met 10.000 man van Naftali en Zebulon naar de berg Tabor te gaan en Sisera, de bevelhebber van de koning van Kanaän te verslaan. Nadat dit heeft plaatsgevonden, gebeurt er iets wat vergelijkbaar is met Mirjam. Dan zingt Deborah met Barak een lofzang voor de Heere. Dat is vastgelegd in Richteren 5. Na deze gebeurtenis had het land 40 jaar rust. Er is een verschil in vormgeving met de grote profeten als Jesaja en Jeremia, maar de uiting van Mirjam en Deborah noemt de Bijbel in beide gevallen profetie.

In deze paragraaf zijn een aantal vormen van profetie behandeld: Raadplegen, Proclamatie, verkondigen van Gods wil, wijsheid, uitlegging van dromen, wonderwerken, in vervoering raken en aanbidding.

Er is een relatie tussen al deze vormen: ze komen alle van hetzelfde Hebreeuwse grondwoord, namelijk naba.

Bijbelse instructie aangaande profetie
De geest van profetie
In Openbaring 19:10 staat daarover iets belangrijks: “.. Aanbid God. Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie.” Dus de geest of de bedoeling van profetie is het getuigen van Jezus. De NBV heeft het vertaald als: “Want getuigen van Jezus is profeteren”. De geest is christenen gegeven en deze geest openbaart zich, manifesteert zich, in christenen. Op vele plekken in de Bijbel worden deze manifestaties genoemd. Paulus noemt in 1 Korinthe 12 een negental gaven, waarvan één gave profetie is (zie vers 10). Waar het om gaat is dat in elke christen de Geest zichtbaar aan het werk is, ten bate van de gemeente, tot opbouw van de gemeente, maar ook als een getuigenis, waar Openbaring 19 over spreekt. Profeteren is als een getuige, een bewijs dat Gods Geest in de zijnen werkt. Paulus beschouwt het ook als de belangrijkste manifestatie van de geest voor de gemeente.

Paulus spreekt in 1 Korinthe 14:1 over profetie als de gave van de heilige Geest, die moet worden nagestreefd. Paulus geeft in vers 3 aan dat wie profeteert, “spreekt tot mensen woorden van opbouw en vermaning en troost”. Degene die profeteert, spreekt Gods woorden tot mensen en het doel is verwoord in de woorden: opbouw, vermaning en troost (of bemoediging). Profetie is dus een belangrijke manifestatie van Gods heilige Geest voor de gemeente. Dat was zo in de tijd van Paulus, en er is geen enkele reden om aan te nemen waarom dat nu niet zo zou zijn. Positie van profeet in de gemeente Een christen met de gave van profetie heeft geen organisatorische positie nodig; hij/zij spreekt in de bijeenkomsten van de gemeente wat de Geest hem/haar ingeeft tot opbouw, vermaning en tot troost. Wel spreekt Paulus over de plaats van sommigen in de gemeente. Hij spreekt over de plaats apostel, profeet en leraar. Dit zijn mensen die in de gemeente zijn aangesteld op die positie (1 Korinthe 12:28): “God nu heeft sommigen in de gemeente een plaats gegeven: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, vervolgens krachten, daarna genadegaven van genezingen, vormen van hulpverlening, bestuurlijke gaven, allerlei talen.”

Interessant is dat Paulus onderscheid maakt tussen profeten en leraren. Is een voorganger dus een profeet? De voorganger is logischerwijs een leraar of een herder (pastor). Vergelijk ook Efeze 4:11.
De gave van profetie is niet beperkt tot mannen of tot volwassenen. Joël geeft aan dat Gods Geest ook zal worden uitgestort op de “jongelingen en uw dochters”, en eveneens op de ouderen. Dat is ook een element dat terugkomt in het NT, bijvoorbeeld bij het gehele huishouden van Cornelius. Ook de dochters van Filippus worden profetessen genoemd.

Paulus geeft het ook nog eens aan in 1 Korinthe 11:5 dat wanneer een vrouw in de gemeente bidt of profeteert, zij haar hoofd moest bedekken. Het feit dat Paulus deze instructie moest geven, betekent dus niet dat de vrouw niet mocht profeteren, maar dat zij wanneer zij profeteerde, haar hoofd moest bedekken. Uit deze woorden blijkt dat het gebruikelijk was dat vrouwen in de gemeente zouden bidden en profeteren.

Geen chaos
Paulus geeft in 1 Korinthe 14 enkele instructies aangaande profetie. Paulus realiseerde zich dat het belangrijk is dat de gaven dienen te worden gereguleerd anders wordt het chaos, en God is geen God van chaos. Paulus geeft in vers 26 aan dat elke inbreng tot opbouw van de gemeente dient te zijn. Hij geeft verder aan dat niemand in de gemeente stil hoeft te zitten en enkel hoeft te luisteren. Ze kunnen een psalm, lering, openbaring, tong of interpretatie hebben. Het maakt elk lid van het lichaam potentieel actief.

In vers 29 zegt hij aangaande profetie: “… Laten twee of drie profeten spreken, en laten de anderen het beoordelen.” Profetie dient altijd beoordeeld te worden door anderen. Laat hen beoordelen of deze uitspraken werkelijk van God komen en dan zal de gemeente ze naleven. Dit principe wordt nog eens bevestigd door Paulus in 2 Korinthe 13:1 “Op de verklaring van twee getuigen of van drie zal iedere zaak vaststaan” (NBG).

En doorgaand in vers 30: “En als aan een ander die daar zit, iets geopenbaard wordt, laat dan de eerste zwijgen. Want u kunt allen, de één na de ander, profeteren, opdat allen leren en allen bemoedigd worden.”
Op basis van wat Paulus hier schrijft in combinatie met Joël 2 en Handelingen 2, is het dus gebruikelijk dat er in de gemeente leden zijn, die profeteren. In welke vorm dan ook. Dat gold in ieder geval voor de christenen van Korinthe en waarom zou het nu niet meer gelden?

Dan volgt een belangrijk principe in vers 32: “En de geesten van de profeten zijn aan de profeten zelf onderworpen.” Degene die profeteert (of van welke andere uiting van de Geest ook maar sprake is) heeft zichzelf altijd onder controle. Indien dit niet het geval is, komt het niet van God. De heilige Geest dwingt u nooit iets te doen wat buiten uw controle is. Onreine geesten kunnen u aanzetten iets te doen wat buiten uw controle ligt. Zo niet Gods Geest. En dan volgt vers 33 met: “Want God is geen God van wanorde, maar van vrede, zoals in alle gemeenten van de heiligen.”

Paulus geeft na vers 33 verder instructie over wanorde en dan blijkt zijn irritatie aangaande kwebbelende vrouwen, die blijkbaar tijdens de bijeenkomsten van de gemeente te Korinthe zorgden voor wat chaos.

Testen van profetie
In de instructies aangaande de gaven zijn twee dingen belangrijk: het dient ter opbouw van de gemeente te zijn en ordelijk te worden uitgevoerd. Beoordeling van profetie kan via een eenvoudige test:

1. Is de profetie in overeenstemming met de Bijbel? God als auteur van de Bijbel zal zich niet tegenspreken via de gave van profetie.

2. Verheft de profetie God de Vader en/of Jezus Christus? Zie Openbaring 19:10.

3. Bouwt de profetie de gemeente, Gods volk, op?

Als het antwoord op een van de bovenstaande vragen ‘nee’ luidt, dan is er reden om aan te nemen dat de geuite woorden niet van God komen.
Johannes geeft een goede samenvatting hiervan in 1 Johannes 4:1-3. “Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan. Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is.”

Profetie vandaag en in de eindtijd
In de meeste christelijke gemeenten is weinig ervaring met de 9 manifestaties van de heilige Geest, zoals genoemd in 1 Korinthe 12. Veel verantwoordelijkheid in de gemeentes ligt bij de pastor, dominee of voorganger, en veel uitvoerend werk bij de ouderlingen en diakenen. Alhoewel God geen God van chaos is, is het onlogisch te verwachten dat profetie zich enkel uit binnen de hiërarchie van kerkelijke organisaties. In de eindtijd – gebaseerd op de profetie van Joël – zullen velen profeteren. Wanneer dat gaat gebeuren, dienen we voorbereid te zijn. Het is belangrijk dit – wanneer het gebeurt, hoe klein ook – te onderkennen, te toetsen en te accepteren.

Paulus geeft zoals gezegd aan dat niemand in de gemeente te Korinthe stil hoeft te zitten en “slechts” hoeft te luisteren in de samenkomsten.
In de brief aan de Romeinen (12:7) schrijft hij iets interessants: “En nu hebben wij genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven: hetzij profetie, naar de mate van het geloof; hetzij dienstbetoon, in het dienen; hetzij wie onderwijst, in het onderwijzen; hetzij wie bemoedigt, in het bemoedigen; wie uitdeelt, in oprechtheid; wie leiding geeft, met inzet; wie zich over anderen ontfermt, met blijmoedigheid.” De gaven – en specifiek die van profetie – zijn ons gegeven naar de mate van het geloof. Denk niet dat wanneer u voor de eerste keer een profetisch woord uit, u zult profeteren als een van de grote profeten van het OT. Het gaat erom dat wanneer de gemeente bij elkaar is, iedereen iets kan toevoegen van dat wat hij of zij van God heeft gekregen. Dat kán een profetisch woord zijn, maar dat kan niet worden afdwongen.

Dit artikel sluit af met de woorden van Paulus in vers 9: “Laat de liefde ongeveinsd zijn. Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede. Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon. Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere.”

© Verenigde Kerk van God, Postbus 93, 2800 AB Gouda. Tel: 06-29601189. info@verenigdekerkvangod.org – www.verenigdekerkvangod.org.

Financieel steunen? Rekeningnummer NL43ABNA0538360747 of NL72INGB0003561825 t.n.v. Verenigde Kerk van God te Gouda. “ANBI geregistreerd”.

Het Nederlandse Supplement van Beyond Today

Een gratis exemplaar aanvragen
Vul hieronder uw gegevens in en wij sturen u een gedrukt exemplaar van onze gratis brochure, ‘Profetie—de manifestatie van de Heilige Geest’.
Abonneer u gratis op Beyond Today!

Vul hieronder uw gegevens in voor een abonnement op onze gratis gedrukte editie van het tweemaandelijkse tijdschrift Beyond Today.

Alle Artikelen

Cookiebeleid

Deze website gebruikt cookies om informatie op uw computer op te slaan. Sommige van deze cookies zijn essentieel om onze site te laten werken en andere helpen ons te verbeteren door ons inzicht te geven in hoe de site wordt gebruikt.

Door onze site te gebruiken aanvaardt u de voorwaarden van ons Privacybeleid.

Ledenruimte

Dit is een besloten gedeelte voor leden en vrienden van de Verenigde kerk van God