
Ledenruimte
Dit is een besloten gedeelte voor leden en vrienden van de Verenigde kerk van God
Wees heilig want Ik ben heilig, zei God. Staat dat in relatie tot Gods voedselwetten?
De Bijbel verklaart sommige vlees- en vissoorten, waaronder varkensvlees en schaaldieren, “onrein”, hetgeen betekent dat zij niet bestemd zijn om als voedsel te worden geconsumeerd (Leviticus 11:4-44).
In Leviticus 11:44 stelt God: “U moet u heiligen en heilig zijn, want Ik ben heilig. U mag uzelf niet verontreinigen met al de kruipende dieren die zich over de aarde voortbewegen.” Dit staat 4 keer genoemd in Leviticus, waarvan dus éénmaal hier bij de voedselinstructie.
God verbindt hier het heilig zijn met wat je eet. Het is een verordening om heilig te zijn. Het is bijzonder dat Petrus hiernaar verwijst in 1 Petrus 1:15-16: “Wees heilig, want Ik ben heilig.” Petrus verwees naar Leviticus en dus was hij het eens met wat daar stond. Anders zou hij het niet aanhalen.
Gezondheidsaspect
De achtergrond van de door God ingestelde voedselwetten is niet slechts dat God gehoorzaamheid van ons verlangt door Zijn geboden en instellingen, waaronder de door Hem gegeven voedselwetten, te onderhouden.
De voedselwetten hebben ook een gezondheidsaspect in zich. Verderop in dit artikel zullen we zien dat het belangrijkste aspect van deze voedselwetten waarschijnlijk de levensheiliging is.
Het is zeer aannemelijk dat God deze wetten heeft gegeven, omdat de beschreven onreine vlees- en vissoorten eenvoudigweg slecht voor ons zijn, ongeschikt voor menselijke consumptie. Wetenschappelijk onderzoek toont namelijk aan dat het vlees van onreine dieren gevaarlijke besmettingen op mensen kunnen overbrengen.
De website Voedingscentrum.nl geeft aan: “Er is inmiddels voldoende wetenschappelijk bewijs dat het eten van te veel rood vlees zoals varkensvlees en vooral van bewerkt vlees, het risico op bepaalde soorten kanker (waaronder darmkanker) verhoogt. Het eten van veel rood en bewerkt vlees verhoogt eveneens het risico op diabetes type 2 en op beroerte (…) Het vet van varkensvlees is rijk aan verzadigd vet (ongeveer 30%)” (https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/varkensvlees.aspx).
De site Cure4life.eu geeft 8 redenen waarom we beter geen varkensvlees zouden moeten eten (https://www.cure4life.eu/blogs/8-redenen-waarom-beter-geen-varkensvlees-kunt-eten/).
Naast de gevaren van gifstoffen, antibiotica en stresshormonen (als gevolg van hun voeding en varkenshouderij) zijn de volgende ongezonde eigenschapen van varkensvlees bekend: hoog vetgehalte, te hoog cholesterol en het bevat histamine (histamine veroorzaakt ontstekingen en allergische reacties en heeft negatief effect op eczeem, acne, astma en reuma).
Daarnaast kunnen varkens gemakkelijk ziekteverwekkers met zich meedragen – van nature gevaarlijker dan die van runderen, schapen of geiten – waarmee ze mensen ook kunnen besmetten en ziek maken.
In onze tegenwoordige tijd zijn deze gevaren van ziekteverwekkers weliswaar min of meer ‘overwonnen’ door een nauwgezette controle op de slachtdieren en het feit dat men zich meer en meer bewust is van het belang om vlees goed te koken of braden, maar het verbod op varkensvlees is slechts één voorbeeld, waaruit blijkt dat God uit bescherming van de fysieke gezondheid van Zijn volk deze wetten heeft gegeven. In de tijd van het oude volk Israël was bovengenoemde kennis eenvoudigweg niet voorhanden.
In het boek “Moderne Wetenschap in de Bijbel” door Drs. Ben Hobrink wordt een uitgebreidere wetenschappelijke uitleg van de vermoedelijke achtergrond van de voedselwetten gegeven.
Maakten de voedselwetten slechts deel uit van het Eerste Verbond?
Een veelgehoorde maar onjuiste aanname is dat de door God gegeven voedselwetten slechts bestemd zouden zijn voor het oude Israël. De aanname is daarbij dat ze slechts deel uitmaakten van het Eerste Verbond en dat ze afgeschaft zouden zijn onder het Nieuwe Verbond.
Dat deze aanname onjuist is, blijkt alleen al uit het feit dat men in de Bijbel geboden aantreft waarbij het onderscheid tussen rein en onrein vlees wordt gemaakt, die bijna 1000 jaar eerder zijn gegeven dan Gods verbond met Israël! Een voorbeeld hiervan is wanneer God Noach in Genesis 7:2 gebiedt om in de ark 7 paar reine dieren en slechts 1 paar onreine dieren mee te nemen.
Een andere reden voor deze foute aanname is dat gedacht wordt dat de wet is afgeschaft. Vaak wordt daar Kolossenzen 2 voor gebruikt, waar in vers 14 staat dat “het handschrift dat tegen ons getuigde, (is uitgewist). Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen”. Echter, hier staat niet dat de wet aan het kruis is genageld! De vloek van de wet is aan het kruis genageld. De vloek is de eeuwige dood.
Christus heeft niet de wét overwonnen. Hij heeft de dóód overwonnen. Christus is niet gestorven zodat wij ons niet meer hoefden te houden aan de wet; Hij is voor ons gestorven zodat we niet meer gehouden zijn aan de straf op de zonde. Als er namelijk geen wet meer zou zijn, zou er ook geen zonde meer zijn, want zonde is wetsovertreding (1 Johannes 3:4).
Je zou kunnen zeggen dat door Jezus ónze zonden aan het kruis zijn genageld. Onze zonden, die vastgelegd zijn in dat handschrift, waar Paulus het over heeft. In de tijd van Jezus Christus was het de gewoonte om boven het kruis van een misdadiger de beschuldiging te hangen waarvoor iemand was veroordeeld (zie bijvoorbeeld Mattheüs 27:37, Markus 15:26, Lukas 23:38 en Johannes 19:19). Dát is het handschrift dat hier bedoeld wordt: het zijn al onze zonden.
We vergeten soms dat Jezus helemaal niet is gekomen om de wet af te schaffen. Voor Jezus en voor Paulus stond de wet niet ter discussie. Jezus zegt duidelijk in de Bergrede: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is” (Mattheüs 5:17-18).
Jezus streed tegen de “overlevering van de ouden”
In de evangeliën zien we nergens dat Jezus de wet bestrijdt, maar dat Hij vooral de Schriftgeleerden en de Farizeeën ervan beticht dat zij hun eigen menselijke tradities bóven de wet stellen. Een voorbeeld is Markus 7, waar een discussie ontstaat tussen Jezus en deze lieden. Zij betichtten Zijn discipelen ervan het brood te eten met ongewassen handen, iets wat een “overlevering van de ouden” is (vers 3, 5).
Merk op dat de voedselwetten hier niet ter discussie stonden. Het onderwerp is rituele reinheid, gebaseerd op de religieuze tradities van de gesproken wet. De discipelen werden bekritiseerd omdat ze niet de juiste procedure volgden van het ceremoniële wassen van de handen, zoals voorgeschreven door deze hooggeachte religieuze tradities.
Jezus geeft echter aan dat de voorschrijvers van deze traditie huichelaars zijn (vers 6). Hij verwijt hun dat die religieuze tradities geboden van mensen zijn (vers 7) en dan komt Hij tot de kern van de zaak: “Want terwijl u het gebod van God nalaat, houdt u zich aan de overlevering van de mensen, zoals het wassen van kannen en bekers; en veel andere dergelijke dingen doet u. U stelt op een mooie manier Gods gebod terzijde om u aan uw overlevering te houden” (vers 8-9).
Vervolgens geeft Hij aan dat hetgeen een mens verontreinigt (in de ogen van God) niet van buiten komt – door hetgeen hij in zijn mond neemt – maar vanuit zijn hart komt (vers 15, 21-23).
Jezus sprak tot de religieuze leiders van het Joodse volk (vers 1).
Wat onder voedsel wordt verstaan, stond hier niet ter discussie. Als Jezus hier had gezegd dat alles gegeten mocht worden, dan zouden ze Hem ter plekke hebben gestenigd omdat Hij dan iets zou hebben gepredikt tegen de wet.
Maar Hij predikte niet tegen de wet, Hij predikte tegen menselijke regels, die als wet, als traditie, als overlevering werden verheven en boven de wet werden geplaatst. En daar ging Jezus fel tegenin. Want er mag niets aan de wet worden toegevoegd.
Het visioen van Petrus
Ook Petrus werd geconfronteerd met de discussie over rein en onrein. Jaren na Christus’ dood en opstanding, toen hij een droom had over onreine dieren, waarbij een stem tot hem zei “Sta op, Petrus, slacht en eet!”, riep hij vol verbazing uit: “Beslist niet, Heere, want ik heb nooit iets gegeten wat onheilig of onrein is” (Handelingen 10:13-14).
In tegenstelling tot wat velen geloven, gaat het hier in dit visioen ook helemaal niet om voedsel. Dit vreemde visioen kwam driemaal tot Petrus, en toch twijfelde hij “wat het visioen dat hij gezien had, kon betekenen” (verzen 16-17). Later onthulde God hem de ware betekenis: “Maar God heeft mij laten zien dat ik geen mens onheilig of onrein mag noemen” (vers 28).
Petrus realiseerde zich dat het belang van het visioen was dat God de deur van behoud opende voor de heidenen (niet-Israëlieten), zodat Petrus kort daarna de eerste niet-besneden heidenen doopte, die God geroepen had (zie de rest van Handelingen 10).
Paulus streed tegen valse religies
Daar waar Jezus vooral streed tegen de overlevering van de ouden, werden de discipelen in hun werk van de verkondiging van het Evangelie, het goede nieuws van het komende Koninkrijk, vooral gedwarsboomd door de invloed van valse religies.
Dit komt vooral goed naar voren in de eerder genoemde brief aan de Kolossenzen. Daar staat: “Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten” (Kolossenzen 2:16).
Ook hier geldt, zoals bij alle andere verzen in het Nieuwe Testament waar gesuggereerd líjkt te worden dat de wet is afgeschaft, dat we dienen te kijken naar de context. Die context is hier een aanklacht tegen een valse religie, die gnostisch van aard is.
Paulus waarschuwt: “Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus” (vers 8).
Dus het gaat hier weer om de “overlevering van mensen” die niet van Christus is. Vanuit die overlevering vindt er een oordeel plaats (vers 16) over het eten, drinken en zelfs het houden van de sabbatten.
Vanaf vers 18 krijgen we een indicatie over welke mensen Paulus spreekt, die ons zouden kunnen veroordelen. We lezen daar over valse nederigheid, engelenverering en verachting van het vleselijke lichaam (verzen 18-19).
Paulus vraagt de gemeenteleden in Kolosse waarom ze zichzelf bepalingen laten opleggen (vers 20). Welke bepalingen? Dat zien we in de verzen 21-23 (een herhaling van vers 8): “geboden en leringen van de mensen” (vers 22) en verder: “Deze dingen hebben wel een schijnreden van wijsheid, door eigenwillige godsdienst en nederigheid, en verachting van het lichaam, maar ze zijn zonder enige waarde en dienen tot verzadiging van het vlees” (vers 23).
Paulus beschrijft hier het gnosticisme. Deze stroming in de eerste eeuwen van onze jaartelling verachtte het lichaam. Het fysieke is slecht en verdorven en het ging volgens deze stroming enkel om kennis, die ze zouden krijgen van engelen, die ze dan ook aanbaden. Het is echter een schijnwijsheid, het is eigenwillige godsdienst en nederigheid, en het is verachting van het lichaam, maar het heeft geen enkele waarde en dient enkel tot verzadiging van het vlees.
Bouwen op menselijke tradities is als het bouwen op zand. Die tradities veranderen in de loop van tijd net zoals zand onder je voeten. Jezus Christus is de Rots (Mattheüs 16:16, zie ook :18) op Wie we moeten bouwen (zie Mattheüs 7:24-25), Degene Die niet verandert. De wet is niet veranderd. Het Woord is onveranderd.
Wij mogen niets toe- of afdoen aan de wet. Lees Deuteronomium 12, waar instructies staan hoe God te dienen. Deuteronomium 12 eindigt in vers 32 met: “Dit alles wat ik u gebied, moet u nauwlettend in acht nemen. U mag er niets aan toevoegen en er ook niets van afdoen.”
Kolossenzen 2 gaat dus over de tradities van mensen. Het gaat niet over het wegdoen van de wet en zeker niet over het mogen eten van onrein voedsel. Het is een waarschuwing naar een jonge gemeente met weinig onderscheidingsvermogen tussen de wet van God, die onveranderlijk is, en menselijke tradities (met name het gnosticisme in dit geval). Paulus zegt: Laat hen u niet oordelen. Blijf op het pad. Blijf bij de Rots.
Enkel onrein als je dit gelooft?
In Romeinen 14:14 lijkt te worden gesuggereerd dat voedsel enkel onrein is als je gelooft dat het onrein is. Maar ook hier is de discussie niet of alle dieren als voedsel gebruikt kunnen worden. Indien u Romeinen 14 leest naast 1 Korinthe 8, zult u zien dat het hier gaat om de discussie: eten we alleen vegetarisch of konden de Romeinse en Griekse christenen gewoon vlees (lam, rund) eten dat aan afgoden was geofferd?
Het is goed om even wat achtergrondinformatie te geven over het beschikbare voedsel in de eerste eeuw van onze jaartelling. Van het vlees dat in de voedselmarkten hangt, kon je als consument vaak niet achterhalen waar het vandaan kwam. Vaak is het vlees dat gebruikt is als afgodenoffer.
Er zijn dan gelovige gemeenteleden die geen vlees willen eten dat waarschijnlijk gebruikt is als afgodenoffer, omdat ze daar aanstoot aan nemen. En dus besluiten ze maar helemaal geen vlees meer te eten. En Paulus geeft aan dat dit zwak in het geloof is (1 Korinthe 8:7).
Paulus geeft aan dat iemand die sterk is in het geloof, gelooft dat er maar één God is: de Vader en één Heer. Een afgod is niets. Hij zegt: ik neem geen deel aan dat ritueel. Dat wat God rein heeft verklaard, kan niet door een menselijke handeling, met inbegrip van afgoderij, als onrein worden beschouwd. Maar Paulus zegt ook in de verzen 8-13: geef geen aanstoot aan de zwakkere in het geloof.
Dus nogmaals, het gaat hier om vlees eten óf enkel groenten. Het gaat hier om vlees dat gebruikt is als afgodenoffer, en de mensen die dat niet willen eten, worden zwak in geloof genoemd.
Levensheiliging
God wil dat wij heilig zijn, omdat HIJ heilig is. Laten we dit aspect van het christelijke leven niet terzijde schuiven, maar toepassen in ons leven.
Gods Woord beschrijft het vlees van onreine dieren als “iets afschuwelijks” (Leviticus 11:10-13, 20, 23, 41-42) en “een gruwel”. In dat licht worden we gewaarschuwd om niets dergelijks te eten: “U mag niets eten wat een gruwel is” (Deuteronomium 14:3).
Dit principe van heiligheid en de opdracht heilig te zijn is niet alleen bedoeld voor het fysieke volk Israël!
Wij zijn het geestelijke volk van God, zoals duidelijk blijkt uit onder andere Romeinen 11:17-18, maar wellicht nog duidelijker uit Galaten 3:26-29: “Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek (…) want allen bent u één in Christus Jezus. En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.”
God wil dat wij heilig zijn. Aangezien wij Hem toebehoren en Hij ons gekocht heeft met het kostbare bloed van Christus, wil Hij niet dat wij ons verontreinigen door welke vorm van fysieke of geestelijke verontreiniging dan ook (1 Korinthe 6:15-20), waaronder ons voedsel.
Voor God is onder andere het zich onthouden van het eten van het vlees van onreine dieren een identificerend teken van de heiligheid van degenen die God apart heeft gezet middels een relatie met Hem.
In Openbaring 20:6 wordt gesteld dat de heiligen straks koningen en priesters zullen zijn. Priesters dienen heilig te zijn en het volk het onderscheid tussen heilig en onheilig en tussen rein en onrein te leren (Ezechiël 44:23-24). In het Oude Testament treft u onder andere uitgebreide richtlijnen voor priesters aan met betrekking tot levensheiliging, welke een duidelijk geestelijk principe in zich hebben. Alle richtlijnen met betrekking tot levensheiliging wijzen vooruit naar het offer van Jezus Christus. Hij is onze Hogepriester.
Overigens zij opgemerkt dat God nergens in de Bijbel het offeren van het vlees van een onrein dier aan Hem toestaat (zie Genesis 8:20). Een dergelijk offer zou eenvoudigweg ondenkbaar zijn voor een dienstknecht van God en een belediging van de Schepper Zelf.
In conclusie
We kunnen dus concluderen dat de voedselwetten nog steeds van kracht zijn; ze zijn NIET afgeschaft en gelden bovendien niet alleen voor het fysieke volk Israël, maar ook voor ons, christenen, het geestelijke volk Israël.
Het is bovendien ook onlogisch om vanuit de Bijbel te proberen te bewijzen dat de wet is afgedaan of dat de voedselwetten niet meer relevant zijn. Jezus ging namelijk niet in tegen de wet, Hij bevestigde de wet. Waar Hij keer op keer tegenin ging, waren de menselijke tradities.
Regeltjes die werden toegevoegd aan de wet vanuit de traditie, werden zo tot wet verheven, zoals het ritueel handenwassen voor het eten, met als uiterst kwalijk gevolg dat daarbij het belangrijkste van de wet door deze regeltjes terzijde werd geschoven, namelijk “het oordeel en de barmhartigheid en de trouw” (Mattheüs 23:23, NBG’51)!
Dus maak geen wetten van menselijke tradities. De wet is volledig én vervuld, maar niet afgeschaft! Voeg er niets aan toe en laat er niets van weg. “Zo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed” (Romeinen 7:12).
Op onze website en ons YouTube kanaal vindt u Nederlands ondertitelde Beyond Today-programma’s die ook over dit onderwerp gaan:
Regelmatig verschijnen er nieuwe ondertitelde Beyond Today-programma’s op onze website en ons YouTube kanaal over uiteenlopende, interessante onderwerpen!
© Verenigde Kerk van God, Postbus 93, 2800 AB Gouda. Tel: 06-29601189. info@verenigdekerkvangod.org – www.verenigdekerkvangod.org.
Financieel steunen? Rekeningnummer NL43ABNA0538360747 of NL72INGB0003561825 t.n.v. Verenigde Kerk van God te Gouda. “ANBI geregistreerd”.
Het Nederlandse Supplement van Beyond Today
Vul hieronder uw gegevens in voor een abonnement op onze gratis gedrukte editie van het tweemaandelijkse tijdschrift Beyond Today.
Alle Artikelen
Deze website gebruikt cookies om informatie op uw computer op te slaan. Sommige van deze cookies zijn essentieel om onze site te laten werken en andere helpen ons te verbeteren door ons inzicht te geven in hoe de site wordt gebruikt.
Door onze site te gebruiken aanvaardt u de voorwaarden van ons Privacybeleid.
Dit is een besloten gedeelte voor leden en vrienden van de Verenigde kerk van God