Vlak voordat Jezus opsteeg naar de hemel, zei Hij tegen Zijn discipelen dat “zij niet uit Jeruzalem weg zouden gaan, maar de belofte van de Vader zouden verwachten”, zodat zij zouden worden bekrachtigd met “kracht uit de hoogte” (Handelingen 1:4; Lukas 24:49).
Dit is de mooiste zegen van troost en steun die de discipelen van Christus ooit zouden kunnen horen! Het overtreft elke door mensen gemaakte belofte. Het omvat de onovertrefbare gave van Gods eigen Geest, die Jezus in de hemel van Zijn Vader zou ontvangen om aan Zijn trouwe discipelen te zenden (Handelingen 2:33).
Deze onschatbare belofte werd vervuld op de Pinksterdag, tien dagen later, toen 120 discipelen vervuld werden met de Heilige Geest (vers 4). Voor het eerst in de wereldgeschiedenis werd de essentie van Gods goddelijke natuur toegankelijk gemaakt voor meer dan slechts een klein aantal mensen. De schenking van de Heilige Geest aan deze discipelen, vergezeld van buitengewone, wonderbaarlijke tekenen – waaronder een machtige wind en tongen van vuur – markeerde het allereerste begin van de nieuwtestamentische kerk (verzen 1-4).
Toen Jezus opsteeg naar de hemel om bij Zijn Vader te zijn, liet Hij Zijn discipelen helemaal niet in de steek. Het was juist het tegenovergestelde! Hij zou zelfs veel sterker en levendiger bij hen zijn. Dit vervulde Jezus’ eerdere uitspraak: “Uw droefheid zal tot blijdschap worden” (Johannes 16:20). Hij zei tot hen: “En, wees er zeker van: ik ben bij jullie, van dag tot dag, tot aan de voltooiing van de wereld” (Mattheüs 28:20, GNB).
Hij zei ook: “Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe. Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar u zult Mij zien, want Ik leef en u zult leven” (Johannes 14:18-19). Hoe kwam Hij bij hen, zodat ze Hem werkelijk zouden zien?
Zijn discipelen zouden Hem niet alleen kunnen zien in de opstanding bij Zijn tweede komst, maar ook in hun dagelijks leven door de aard zelf van Gods grenzeloze macht, leiding en wijsheid die in hen woont – zoals in Christus Zelf (Romeinen 8:11; Johannes 14:10).
Op die Pinkstermorgen werd dit grote wonder bevestigd in het leven van Petrus en de andere apostelen. Dus de grote vervulling van de “belofte van de Vader” vond toen plaats, maar dat was nog niet alles! Dat was nog maar het begin. Door de eeuwen heen heeft deze belofte zich voortgezet in alle mensen die gehoor geven aan Gods oproep, zich laten dopen, de wonderbaarlijke gave van Zijn volmaakte Geest ontvangen en ijverig geestelijke vruchten in hun leven voortbrengen (Johannes 15:4-5).
Door de machtige kracht van de Heilige Geest die in ons werkt, hebben wij de volmaakte zekerheid dat wij vandaag worden geholpen en een schitterende en opwindende toekomst tegemoet gaan in Gods komende Koninkrijk (2 Korinthe 4:16-17). Daarom moeten wij meer dan ooit waardering hebben voor de prachtige vervulling van de belofte van onze hemelse Vader, die begon op dat prachtige nieuwtestamentische Pinksterfeest.