“Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven?” (Mattheüs 6:26).
Wat zien we als we op Jezus’ aansporing ingaan en naar de vogels kijken? Het gaat in ieder geval niet om luiheid.
De vogels pikken hun wormen en grijpen hun insecten en bekleden hun nesten met touwtjes en bladeren. Maar Jezus zegt dat het God is Die hen voedt. Wat we zien als we naar de vogels kijken is een wezen dat niet doet alsof God slechts een barmhartige voorziener is voor het moment, maar niet voor morgen of de verdere toekomst.
De vogels hamsteren niet uit angst voor de toekomst, voor de dag dat God niet meer zal bestaan. Ze doen hun werk alsof God morgen nog steeds God is als de zon opkomt.
Hoeveel meer moeten wij dan morgen vertrouwen op de werkelijkheid en de barmhartigheid van God, aangezien wij niet gewoon vogels zijn, maar kinderen van onze hemelse Vader? Het grootste verschil tussen een ware discipel van Jezus en een vogel is dat wij het vermogen hebben om God te eren door ons geloof. En God waardeert ons leven naar geloof meer dan de vogels.
We hoeven dus niet bang te zijn, want de vogels hebben ons geleerd dat we erop kunnen rekenen dat God er morgen voor ons is, net als vandaag.
En morgen betekent meer dan alleen dit leven!
Jezus kwam op aarde, leefde onder Zijn landgenoten, stierf en werd opgewekt uit de dood, zodat Hij als Koning der koningen met Zijn angstvrije volk een nieuwe wereldorde kan inluiden. Laten we dus een voorbeeld nemen aan onze hemelse Vader en Zijn Zoon Jezus. Laten we niet vertrouwen op minderwaardige bronnen van veiligheid, maar symbolisch een gelofte van trouw afleggen aan de Koning der koningen. En laten we bij alles wat we doen eerst Zijn Koninkrijk zoeken en de normen daarvan toepassen in ons leven.
De ware weg naar vrijheid van angst leidt alleen naar God, want morgen en in de verre toekomst zal Hij onze God blijven.