Iets meer dan 26 jaar geleden kwam ik in Indianapolis bijeen met een aantal ministers en hun echtgenotes. De tijd was gekomen om onze bewezen en dierbare Bijbelse geloofsovertuigingen te beschermen en hoog te houden. Onze voormalige kerkgenootschap had het geloof verbroken en daardoor een wijdverspreide organisatorische en geestelijke chaos veroorzaakt.
Collectief werd besloten om een nieuwe organisatie op te richten die de reeds lang bestaande Bijbelse overtuigingen zou beschermen. Aanvankelijk wisten we niet hoe we deze nieuwe organisatie zouden noemen. Ongeveer een week later is tijdens vergaderingen de naam “United” naar voren gekomen. Vanaf het begin was het meer dan een label, het was een bevel, een opdracht. Het moest onze identiteit worden en het karakter van de toekomstige Kerk weerspiegelen.
Ik was een van de eerste sprekers in de organiserende groep. Gebaseerd op onze destijds recente ervaring richtte ik de aandacht op onze noodzaak om verenigd (“united”) te zijn in doctrine, overtuiging en doel. Als nieuwe organisatie waren we nog niet georganiseerd. Op dat moment waren we zelfs heel kwetsbaar.
In mijn toespraak maakte ik gebruik van een bekend historisch voorbeeld. Ik vertelde een verhaal uit ongeveer 1100 n.C. van een heerser uit het gebied dat nu Oekraïne is. In die tijd riep hij zijn zonen die zijn koninkrijk zouden erven, bij hem. Terwijl zij toekeken, bond hij een bundel takken samen en vroeg aan ieder van zijn zonen om te proberen die te breken.
De bundel takken werd van de ene zoon doorgegeven aan de andere zoon. Niemand kon het breken. Vervolgens maakte hij de takken los en gaf aan iedere zoon een tak en vroeg hem het te breken. Ieder van hen kon nu makkelijk de enkele tak breken.
Zijn punt? De vader zei tegen zijn zonen dat hun koninkrijk niet gebroken zou kunnen worden als het verenigd bleef. Maar, waarschuwde hij, als ze onenigheid zouden hebben en ieder hun eigen gang zouden gaan, dan zouden ze kwetsbaar worden voor omringende landen en veroverd worden.
Na hun vaders dood sloegen de zoons geen acht op hun vaders waarschuwing. Als uiting van verdeeldheid vormden sommigen onafhankelijke stadstaten en provincies. Het duurde dan ook niet lang voordat het grondstofrijke Oekraïne, dat slechts weinig natuurlijke grenzen heeft, onder de voet werd gelopen door Europeanen uit het westen, Aziatische stammen uit het oosten, het Ottomaanse rijk uit het zuiden en Moskovisch Rusland uit het noorden. Het grootste deel van zijn geschiedenis zou een verdeeld Oekraïne onderworpen zijn aan grotere mogendheden, met name Rusland.
Toen Jezus voor de laatste keer bad, bad Hij dat Zijn discipelen bijeen zouden blijven door de kracht van God: “Ik verlaat de wereld en kom bij U, maar zij blijven nog in de wereld. Heilige Vader, bescherm hen in Uw naam, die U Mij gegeven hebt, zodat zij één kunnen zijn zoals Wij” (Johannes 17:11, Het Boek).
Waarom? Zoals de Kerk – Gods vergadering van geroepenen – het middelpunt van Christus’ aandacht is geweest, waarbij Hij het levende Hoofd ervan is (Efeze 1:22-23), is het ook het doelwit geweest van een machtige, gevallen aartsengel. De Hebreeuwse en Griekse namen van Satan de duivel weerspiegelen zijn rol – een tegenstander. Waar het hem maar is toegestaan, gaat hij in tegen Gods doel en is hij degene die schuilgaat achter alle haatdragende pogingen gericht tegen de mensheid en probeert hij Gods eeuwige wetten te breken. Zijn favoriete doelwit is de Kerk. Openbaring 12 is een profetie van de duivel (gesymboliseerd door een draak) die de Kerk aanvalt (gesymboliseerd door een vrouw): “Daarom, verblijd u, hemelen, en u die daarin woont! Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft. En zodra de draak zag dat hij op de aarde was neergeworpen, ging hij de vrouw vervolgen die het mannelijke Kind [een verwijzing naar Jezus Christus] gebaard had … En de draak werd boos op de vrouw, en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben” (Openbaring 12:12-17).
Onze geestelijke tegenstander weet dat de beste manier om een volk te verzwakken is door middel van trots, wrok en opgeblazen gedachten van intellectuele ijdelheid, sarcasme en zelfverheerlijking: deze houdingen verdelen en verbreken ooit zo sterke relaties en overtuigingen.
Vanaf de schepping van man en vrouw is hij onophoudelijk met dat doel bezig geweest, zowel op collectief als op individueel niveau: “Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de heidenvolken!” (Jesaja 14:12).
Ooit verenigd als “één volk onder God” raken de Verenigde Staten steeds meer verdeeld naarmate mensen gevaarlijk afdwalen van de Bijbel en Bijbelse tradities. Hoewel de macht van de duivel wordt ingeperkt door God, aast hij waar hij maar kan op de Kerk door kwetsbare, menselijke emoties en controverses aan te wakkeren om zo de dienaren en de leden te verzwakken en soms uit te putten. We hebben de vruchten hiervan gezien tijdens dit pandemiejaar, waarin velen van ons werden beproefd en getest in moeilijke uitdagingen.
Hier is een uitermate belangrijk punt dat niet vaak genoeg kan worden benadrukt: als een Kerk zijn we niet in een fysieke strijd verwikkeld, maar we zijn wel in een heel reële strijd verwikkeld – een geestelijke! De apostel Petrus waarschuwt ons dan ook: “Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden” (1 Petrus 5:8).
Degenen die vaak het makkelijkst worden verslonden, zijn degenen die een vreselijke keuze maken, namelijk de keuze om zich af te zonderen of zich los te maken van het lichaam, door bewust de bescherming waar Jezus Zijn Vader om bad, af te wijzen. Misleid en geestelijk onbeschermd zijn zij degenen die, één voor één, kunnen worden uitgekozen en gebroken. Door het geestelijke principe van kracht te negeren (Prediker 4:12) maken zij zich los van de bundel takken, met het risico om in tweeën gebroken te worden.
Jakobus, de fysieke halfbroer van Jezus Christus, zegt ons wat we moeten doen: “Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten” (Jakobus 4:7).
We bieden weerstand en komen onder Gods bescherming door onszelf persoonlijk te onderwerpen aan God, en door Gods Heilige Geest aan te wakkeren en in te zetten door middel van de geestelijke activiteiten die in Efeze 6:13-19 worden beschreven om geestelijke strijd te voeren. Deze omvatten het beschermende schild van God door het omarmen van de waarheid, rechtvaardig gedrag, ons aandeel leveren als discipelen in het verkondigen van het Evangelie, het uitoefenen van geloof, en onze gedachten beschermen met Gods Woord. Dit is de enige manier waarop we kunnen strijden tegen een onheilige, vijandige geest die erop uit is om ons te verdelen en te verstrooien.
Ik geloof dat dit een van de grootste lessen is die we als een Kerk en als individuen die geroepen zijn met een heilige roeping, kunnen leren en in de praktijk kunnen brengen. Er is actie voor nodig om deze waarschuwingen ter harte te nemen. De apostel Johannes prijst degenen die de tegenstander, die bezig is om ons ongelooflijke, menselijke potentieel te ondermijnen, overwinnen (1 Johannes 2:14).
Het goede nieuws? Als we verenigd zijn in doel en roeping, geeft God ons het vermogen om op krachtige wijze de slechte, geestelijke invloed van deze wereld te weerstaan. Gewapend met die kracht hebben we niets te vrezen, omdat niets ons kan weerhouden – niets.
Laten we geestelijk samengebundeld zijn onder de bescherming van God Zelf, waar de duivel geen kans heeft om ons te schaden.
In Christus’ dienst,