Waar moeten we ons vandaag op concentreren? Tijdens het feest van ongezuurde broden in 31 n.Chr. bracht de verrezen Jezus Christus een heel bijzondere boodschap over aan Maria Magdalena, die van het grootste belang is voor ons vandaag. U hebt het waarschijnlijk ongeveer een week geleden gelezen in uw persoonlijke Bijbelstudie. Wat is dit bericht?
Zoals wij in het verslag van Johannes lezen, kwam Maria vóór zonsopgang stilletjes naar het verzegelde graf dat Jozef van Arimathea, een vooraanstaand lid van de Joodse raad, had geschonken (Marcus 15:43). Het was nu de ochtend van de vierde dag na Jezus’ wrede kruisiging, en Maria wilde Jezus’ nagedachtenis eren door zijn gehavende lichaam met grafkruiden te zalven.
Maar wat ze vond, schokte haar diep. Maria “zij zag dat de steen van het graf afgenomen was” (Johannes 20:1). Geschrokken liep zij ademloos naar Simon Petrus en Johannes om hun het ongelooflijke nieuws te vertellen: Jezus’ lichaam was verdwenen. De twee mannen lieten alles vallen en renden terug naar de lege tombe om het zelf te zien.
De twee discipelen haastten zich erheen en bekeken het graf. Het was leeg. Er was nergens een lichaam te bekennen.
De discipelen waren verbaasd en wisten niet wat ze er van moesten denken. “De discipelen dan gingen weer naar huis” (Johannes 20:10), terwijl ze de radeloze en treurende Maria bij het lege graf achterlieten.
Toen gebeurde er iets verbazingwekkends. Snikkend bukte Maria zich om zelf een kijkje te nemen in het lege, open graf. Daar zag zij twee engelen die haar vroegen: “Vrouw, waarom huil u?” (Johannes 20:13).
Terwijl zij haar verdriet uitsprak over het feit dat zij niet wist wat er gebeurd was met het levenloze lichaam dat zij met eer zou zalven, merkte zij een andere onverklaarbare figuur in de buurt op, van wie zij aanvankelijk dacht dat het een tuinman was.
Maar plotseling werd haar alles duidelijk. Het was Jezus die weer tot leven was gekomen!
Voordat zij Hem kon naderen, hield Jezus haar zachtjes tegen: “Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader” (vers 17). Hij was nog niet geofferd aan God de Vader als het ultieme garfoffer.
Toen deed Jezus een prachtige uitspraak die u en mij diep zou moeten raken. Hij droeg Maria op: “maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God.” (vers 17).
De persoonlijke verbinding wordt hier gemaakt. Net als de discipelen van weleer, zegt Jezus dat wij nu deel uitmaken van de Familie van God!
De opgestane Jezus was nu “de Eerstgeborene … onder vele broeders” (Romeinen 8:29), waardoor God in staat was “vele zonen tot heerlijkheid te brengen” (Hebreeën 2:10). Het volgende vers in Hebreeën vat onze nieuwe status samen: “Immers, zowel Hij Die heiligt als zij die geheiligd worden, zijn allen uit één. Daarom schaamt Hij Zich er niet voor hen broeders te noemen” (Hebreeën 2:11).
Nu we het eerste seizoen in de jaarlijkse cyclus van heilige dagen hebben afgesloten, kijken we uit naar Pinksteren. Het voorhangsel dat ons scheidt van God de Vader is gescheurd (Mattheüs 27:51), en wij hebben nu rechtstreeks toegang tot – zoals Jezus verklaarde – onze Vader en onze God.
Wat moeten we doen? Als kinderen van God, moeten wij ons met de zaken van onze Vader bezighouden! Ieder van ons moet zijn deel doen om het komende Koninkrijk van God te demonstreren en te verkondigen. Net als onze oudere broer moeten wij bidden dat de wil van de Vader hier op aarde geschiedt en dat Hij die wil openbaart, zodat wij ons er rechtstreeks op kunnen afstemmen.
De afgelopen negen jaar heb ik het voorrecht gehad om als president van de United Church of God te dienen, toezicht te houden op de dagelijkse gang van zaken in de Kerk en het beleid uit te voeren dat door de Council of Elders is ontwikkeld. Zelfs nu, nu mijn vrouw Bev en ik een nieuwe fase van dienst aan de Kerk ingaan, is het nog even druk en bevredigend als altijd. Ik verwacht dat dit op vele manieren zal doorgaan zolang Bev en ik ademen.
Het is inspirerend en bemoedigend om te zien dat het werk van de Kerk in een hoog tempo vooruit blijft gaan. God heeft gezorgd voor een beproefd en bewezen team dat in staat is om snel nieuwe literatuur te produceren en het evangelie te verspreiden dat hoop en richting biedt aan een wereld die in wezen gevangen wordt gehouden door Satan, de tegenstander.
Voorbeeld: Binnen enkele dagen na de Russische invasie in Oekraïne, waren we in staat om een krachtig nieuw boekje samen te stellen, getiteld Rusland en Bijbelprofetie, waarin de Bijbelse waarheid over mogelijke profetische gebeurtenissen in detail wordt beschreven. In een persoonlijke column van enkele weken geleden heb ik reeds gewezen op de beschikbaarheid van deze brochure. Wij hebben zopas aan meer dan 200.000 abonnees van ons tijdschrift Beyond Today een speciale brief met deze actuele informatie verzonden.
Er is veel in de Kerk van God vandaag om bemoedigd en geïnspireerd over te zijn!
Jezus zei dat zijn huidige Vader ook onze geestelijke Vader is. Nu we de Pinksterdag naderen, de volgende stap in de vervulling van Gods plan, hoop ik en vraag ik u te bidden voor de voortgang van de Kerk en haar werk om onze grote opdracht te vervullen.
Dit geldt ook voor u, model staan voor Gods manier van leven door u bezig te houden met de zaken van onze Vader!