Wat is eigenlijk het doel van een gesprek zoals in Mattheüs 18:15? “Als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen” (Mattheüs 18:5).
In Lukas 17:3-4 komen we een soortgelijke oproep tegen: “Wees op uw hoede. Als nu uw broeder tegen u zondigt, bestraf hem. En als hij tot inkeer komt, vergeef hem. En als hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal per dag naar u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, dan zult u hem vergeven.”
In zulke gesprekken is vergeving het gewenste resultaat, op voorwaarde natuurlijk dat onze broeder naar ons luistert.
Sommigen zien dit echter als een kans om de ander bij wijze van spreken verbaal terug te pakken. Maar Paulus waarschuwt ons tegen wraakzucht:
“Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen. Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere. Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken, want door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen. Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede” (Romeinen 12:18-21).
Laten we niet vergeten dat Gods omgang met mensen niet draait om wraak of vergelding, maar om verzoening. God wil de relatie herstellen die door de zonde was verbroken. We kunnen dit zien in het feit dat Hij Zijn Zoon stuurde om voor ons te sterven, ook al waren we zondaars: “God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren” (Romeinen 5:8).
Het is ons levensdoel om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Daar zullen we niet alleen zijn, maar vele kinderen van God zullen daar bij ons zijn. We zouden met hen allemaal een hechte familieband moeten kunnen onderhouden.
Hieraan moeten we denken als we een onderling probleem hebben met een broeder in dit leven dat opgelost moet worden. Het doel is om de schade aan die relatie te herstellen. Degene die het probleem heeft veroorzaakt moet zich dit realiseren, en degene die opheldering zoekt moet niet uit zijn op wraak, maar op verzoening met zijn broeder.