De Exodus uit Egypte moet een onvergetelijke ervaring zijn geweest voor de Israëlieten! Zij verheugden zich enorm over hun bevrijding uit de slavernij in Egypte, die werd bezegeld met de oversteek van de Rode Zee. Volgens de joodse traditie vond het scheiden van het water van de Rode Zee plaats op de laatste dag van de Ongezuurde Broden. De Israëlieten trokken door de zee op de droge zeebodem en ervoeren vervolgens hoe God met hun achtervolgers – de Egyptenaren – “afrekende” in het water van de zee (Ex 14:9-31).
Maar slechts drie dagen later leken ze deze grote bevrijding al vergeten te zijn. Ze mopperden tegen Mozes over gebrek aan water en dachten waarschijnlijk dat de God Die hen uit Egypte had geleid, niet in staat was hen in de woestijn van water te voorzien (Ex 15:24).
Ja, soms lezen we met grote verbazing over het gedrag van de Israëlieten. Door dat te doen, zouden we ons weleens arrogant kunnen gedragen!
Maar hoe zit het met ons? Is het mogelijk dat wij soms, slechts korte tijd nadat wij onze verbintenis om de zonde te overwinnen vernieuwd of herbevestigd hebben, weer in onze “oude” gewoonten verstrikt raken? Hoe snel zeggen of doen we niet iets waar we spijt van hebben?
We hoeven echter niet te wanhopen. In onze wandel met God zullen we soms struikelen, en daarom moeten we altijd bereid zijn om onze overtredingen aan God te belijden en Hem om vergeving te vragen (1 Johannes 1:8-10).
Toen de Israëlieten het Egyptische leger zagen naderen aan de oever van de Rode Zee – een symbool van de slavernij van de zonde – waren zij vervuld van angst. Misschien dachten ze: “We gaan het tóch niet halen!” Via Mozes zei God tegen hen: “Beveel de Israëlieten verder te trekken” (Exodus 14:15, Willlibrordvertaling).
Deze vermaning geldt ook voor ons. Wij hebben de weg van God gekozen. God staat ons bij en zal ons helpen in onze strijd tegen de zonde. Aan het eind van de weg, met Zijn hulp, zullen we overwinnaars zijn! Laten wij, zoals de Israëlieten van weleer, nu vastberaden voorwaarts gaan!