Veel vrouwen zullen zich vast wel kunnen herkennen in de volgende situatie: wanneer je ’s ochtends net heerlijke eau de toilette op hebt gedaan, krijg je een omhelzing van je man, die net zelf zijn aftershave op heeft gedaan, dat helemaal je eigen parfum overstemt. Weg eigen parfum, toch? Maar wel het geurtje van je man om je heen!
Als we daarentegen onze eigen geur lekkerder vinden, zullen we de omhelzing moeten afslaan…
In ons geestelijke leven is het ook zo: door tijd door te brengen in gebed en Bijbelstudie zijn we in de nabijheid van Jezus Christus, en afhankelijk van de hoeveelheid tijd die we in dichte nabijheid met Hem doorbrengen, des te meer zullen we Zijn geur verspreiden. “En God zij dank, Die ons in Christus altijd doet triomferen en door ons de geur van Zijn kennis op iedere plaats openbaar maakt. Want wij zijn voor God een aangename geur van Christus, onder hen die zalig worden en onder hen die verloren gaan” (2 Korinthe 2:14-15).
Wanneer in de Romeinse tijd een legeraanvoerder een overwinning had behaald, werd hij met sterk geurende oliën gezalfd. Zijn vrouw mocht dan met hem meerijden in de triomftocht, en zo ging zij ook naar deze oliën ruiken. Let wel: de triomftocht is niet de overwinning zelf, maar de viering van de overwinning. Zo hebben wij ook niet zelf de overwinning behaald, maar Jezus Christus heeft dat voor ons gedaan aan het kruis. Van Jezus Christus’ offer wordt gezegd dat het een aangename geur voor God is: “En wandel in de liefde, zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God” (Efeze 5:2), zoals ook een brandoffer in het Oude Testament als aangename geur voor God was, zie Leviticus 1:9, 13, 17).
Toen Jakob de zegen van zijn vader Izak wilde ontvangen, die eigenlijk aan zijn broer Ezau toe zou komen, bedroog hij hem doordat hij o.a. de kleren van Ezau droeg. “Hij kwam dichterbij en kuste hem. Toen rook hij de geur van zijn kleren en zegende hem. Hij zei: Zie, de geur van mijn zoon is als de geur van het veld, dat de HEERE gezegend heeft” (Genesis 27:27). Voor ons geldt dat als we bekleed zijn met de gerechtigheid van Jezus Christus, wij een aangename geur voor God zijn.
Als we daarentegen onze eigen geur willen blijven verspreiden, zijn we te vergelijken met Adam en Eva, die inzagen dat ze naakt waren, maar die zelf een oplossing zochten om hun naaktheid te verbergen: ze maakten van vijgenbladeren kleding (Genesis 3:7). Dit volstond echter niet voor God, en Hij voorzag in kleding van dierenvellen, waarvoor een dier geslacht moest worden: een vooruitwijzing naar het offer van Jezus Christus. De oplossingen van de mens – de geur van de mens – is niet toereikend, het leidt slechts tot de dood: een doodsgeur…
Laten we de aangename geur van Jezus Christus verspreiden overal waar we gaan!